De eigenwijzer | Scooby Doo

Nou ben ik, volgens de schoolmeester, nog wat te jong om de oude chagrijnige betweter uit te hangen, maar er moet me toch even iets van het hart. Ik vind dat wij onze jeugd ernstig tekort doen door heden ten dage zo veel (teken)films na te synchroniseren. “Dubben” noemen we dat in mooi verengelst Nederlands. Het gebrek aan vreemde talen in de vormende jaren uit zich in tegenvallende resultaten op lagere en middelbare scholen. Een dure les die wij van onze oosterburen hadden kunnen leren, maar wat we om wat voor reden dan ook verzaakt hebben.

Een paar weken terug plofte ik geheel verdiend, al zeg ik het zelf, eens op de bank. Ik zapte wat rond en kwam tot mijn nostalgisch genoegen Scooby Doo tegen (pas op! De tekenfilm van Hanna Barbera, niet de plastic touwtjes). Als kleine Eigenwijzer heb ik uren Scooby Doo gekeken. Ik vond het prachtig, de groep kleurrijke individuen die in de Mystery Machine als onverschrokken detectives het ene na het andere griezelige monster wisten te ontmaskeren. Mijn zaterdagochtenden waren steevast gevuld met vergelijkbare tekenfilms die bijna allemaal één ding gemeen hadden: ze waren niet in het Nederlands, sommige waren zelfs niet ondertiteld!

Ik realiseerde mij dat ik jaren voordat ik Engels op school kreeg al genoeg van de taal kon verstaan om mijn favoriete tekenfilms te volgen. Per ongeluk op zaterdagochtend autodidactisch een nieuwe taal leren. We zouden er nu een moord voor doen, maar als kind pik je nou eenmaal héél snel nieuwe talen op. Chomsky wees het fenomeen ooit toe aan een hypothetisch “Language acquisition device”. Of hij het bij het rechte eind had durf ik niet te zeggen, maar één ding is in ieder geval duidelijk: contact met vreemde talen is érg goed voor de taalontwikkeling van een kind. Daar zijn alle experts het over eens.

Tot mijn grote verbazing spraken Shaggy en Scooby de laatste keer dat ik ze zag spontaan smetteloos Nederlands. Nou kijk ik niet veel tekenfilms meer, maar ik heb mij laten vertellen dat dubben een trend is die zich al een aantal jaren voortzet. Niet alleen de Engelse tekenfilms moeten er aan geloven maar ook het Franse en Duitse vermaak kan tegenwoordig rekenen op een vluchtige nasynchronisatie.

Verschrikkelijk! Peter Coopmans, hoogleraar taalverwerving, denkt hier hetzelfde over als ik. In Trouw legt hij uit hoe in de jaren ’70 en ’80 de serie Tatort veel goeds heeft gedaan voor het Duits van kijkend en luisterend Nederland. Nasynchronisatie, vervolgt hij, is funest is voor de gelaagdheid van de vreemde talen: de klank, de taalstructuur, de woordstructuur en betekenis gaan vaak verloren.

Nou beweer ik écht niet dat je je jonge kind de hele middag naar Tatort moet laten kijken, maar overweeg eens om het Nederlandstalige kindervermaak te vervangen (of aan te vullen) met de originele Engelse versie. Zonder dat je kinderen het doorhebben, leren ze zo veel nuttige vaardigheden. De grammaticaregels die ze meekrijgen kunnen hen zelfs helpen bij het ontwikkelen van de Nederlandse taalvaardigheid!

Weten dat al die geluiden die de televisie voortbrengt tijdens het kindervermaak bijdragen aan de taalontwikkeling van je kind maakt de tekenfilms misschien zelfs dragelijker voor hen die duidelijk buiten het publiek van de serie vallen. Alleen dat al is een mooi voordeel dat nagesynchroniseerde tekenfilms missen.

Dit bericht delen via je social media? Dat kan natuurlijk door op de onderstaande knop(pen) te klikken!